Nieuws

Carbidschieten

Een prachtige traditie die elk jaar op oudejaarsdag plaats vindt. Op heel veel plekken in de gemeente Losser organiseren groepen jongeren een gezellig samenzijn. Ze steken vuren aan in brandkorven en vaten. Ze bakken braadworsten en hamburgers. Ze drinken een biertje en andere feestelijke drankjes. 

Vriendengroep

In Overdinkel op de hoek Drielandweg/Hajanweg gaat men zelfs zo ver om twee toiletten te plaatsen. Hier staan de “Knalbrothers”. Een vriendengroep van 12 mannen. In 1998 zijn ze voor het eerst met het carbidschieten begonnen. De meesten zijn nu getrouwd en dragen deze liefhebberij aan hun eigen kinderen over. Maar liefst 31 vuurmonden, inclusief een pijp van ongeveer 2 meter lang met een doorsnee van ongeveer 1 meter. De weilanden zijn drassig. Dit probleem wordt opgelost door pallets te plaatsen of stro neer te leggen.

Op veel plekken

In de gemeente Losser wordt op veel plaatsen carbid geschoten. Om maar iets te noemen: Ficksweg/Ruhenbergerweg, Tiekenveenweg op twee plekken, Kolkersweg, Enschedesestraat op twee plekken en de Nederzettingsweg.

Schieten (Bron Wikipedia)

Carbid wordt in een melkbus, verfbus of aangepaste gasfles gelegd en enigszins natgemaakt, b.v. met speeksel of water, waarna de bus wordt afgesloten met het deksel of een (plastic) bal. Het zich vormende ethyn wordt door een klein zundgat(of met een bougie) ontstoken en ontploft met een dreunende knal, waarbij deksel of bal uit de bus schiet en tientallen meters verderop terechtkomt. Bij een grote bus is de knal vaak oorverdovend.

Dit is onder meer aangetoond in het EO-programma Checkpoint. In seizoen 7 van dit programma bleek tijdens een aantal knaltests met verschillende voorwerpen dat de knal van het carbidschieten de luidste was met een sterkte van wel 110 dB. Dit werd ook in andere seizoenen van Checkpoint niet overtroffen met andere knaltests. Van alle knallen die in Checkpoint waren gedaan was die van het carbidschieten verreweg de luidste. Om onnodige schade te voorkomen wordt een deksel meestal vastgebonden met een stevig touw van enkele tientallen meters lengte. Het bevestigen van een touw aan zowel deksel als bus kan ervoor zorgen dat het deksel de bus mee trekt. Daarom dient het touw dan ook altijd aan de grond te worden bevestigd.

De uitdaging van het carbidschieten ligt hem in de moeilijkheid van het timen. Door de hoeveelheid carbid en water en de tijdsduur tot ontsteking te variëren is het een sport een optimale knal te veroorzaken. In sommige dorpen wordt geschoten met tientallen bussen tegelijkertijd en is het zaak om het schieten goed te regisseren, zodat de bussen allemaal regelmatig achterelkaar knallen. Deze vorm van georganiseerd carbidschieten ligt vaak in handen van een sportvereniging, of een speciale carbid-, of oudjaarsvereniging. Om nog grotere knallen te veroorzaken wordt incidenteel ook wel gebruikgemaakt van groter materiaal, zoals omgebouwde giertanks.

Geschiedenis

De oorsprong van dit gebruik komt waarschijnlijk nog uit de tijd van de Germanen met hun joelfeesten, hoewel er toen natuurlijk nog geen carbid verkrijgbaar was. Carbid werd voor de Tweede Wereldoorlog gebruikt voor fietsverlichting. Ook werd het – toen er nog geen flessen met acetyleengas te krijgen waren – door de meeste dorpssmeden gebruikt om te lassen. Er was dus eenvoudig aan te komen. Melkbussen waren op het platteland ook ruim voorhanden. Het Carbidschieten is in 2014 als vijftigste traditie geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland.

Risico’s

Het carbidschieten is bij ondeskundig gebruik niet geheel ongevaarlijk. Om de knal zo hard mogelijk te maken wordt deksel of bal vaak met een hamer vastgeslagen in de opening. Als het deksel te vast zit in de opening, kan de bus uit elkaar knallen.

 

afbeelding van Sietse Smit

Door: Sietse Smit

Redacteur, schrijver en regisseur.