Humor

Annie

Annie

Het was op een donkere warme meiavond en overal om ons heen geurde het naar bloemen in de zoete donkere zachte lucht.

De lantaarns waren aan de Hannekerveldweg al aangestoken en straalden een roodachtig goudgele gloed door de bomen.

Annie met haar lange golvende blonde haren, en ik we waren neergestreken op het zachte mos , onder een sterrenhemel aan de rand van het `Brilmansdennen`

Zij was pril zestien en ik bijna achttien.

We waren vol verlangen en ik wilde haar die avond helemaal bezitten, en we kusten elkaar wild en vol .

Ik ging hijgend als een jong opgewonden veulentje op zoek naar haar prille borsten .

Ze weerde zich echter af ze zei dit is voor mij nog te vroeg, ik zei tegen haar het is al half negen hoelang wil je dan nog wachten.

Plotseling riep iemand vanaf de Hannekerveldweg: ANNIE , ANNIE , dat is mien Pa ik, roept Annie verschrikt, ik moet naar huis ik had al om achten thuis moeten zijn.

Toen hoorden we ook vanaf de Gilderhauserweg: Annie , ANNNIEE... . dat is mijn broer Henk `wie weet daj doa ergens bint met die vent van `Vosaa`

Henk was een nachtmerrie voor mij , Henk had was agressief en stond bij het minste in vuur en vlam.

De erotische lading waar ik omdat moment mee begiftigt was veranderde in angst. en waarom ben ik nu niet in de Muchte bij mijn vrienden gebleven~?

Annie vroeg angstig aan mij : je laat me toch niet alleen naar huis gaan~? je laat me toch niet alleen`?

Haar zachte natte rode lippen kusten me angstig op mijn wang.

ANNIE..Noe kom ie of wie haalt oe uut het bos en die Vosaa sloat wie in mekaar.

Ik wist me zelf te kalmeren en zei, kom Annie ik breng je naar huis toe . ik ben niet bang voor een boze wolf, laat staan voor je pa en je grote broer...

Samen wandelden we ons aan elkaar vasthoudend door de zwarte nacht en over een verlichte en schaduwrijke Hannekerveldweg naar haar huis .

We kwamen niemand tegen, alleen een man die zijn hond uit liet .

Hoe zou het nu met haar zijn... en zou ze ook nog weleens denken aan die zoete betoverende meiavond toen aan de rand van de Hannekerveldweg.

 

Eddy Oude Voshaar